●● Grote verwoestingen in Groningen waren na de bevrijding in april 1945 te zien in de zuidelijke wijken en elders in de stad. Vooral de gevechten in het centrum rond de Grote Markt hadden enorme schade tot gevolg. Na het puinruimen begon de wederopbouw. Door vele strubbelingen duurde het tot 1962(!) voor de oorlogsschade volledig was verdwenen.
Wederopbouw centrum Groningen 1945 – 1962
Grote verwoestingen in Groningen waren na de bevrijding te zien aan de Paterswoldseweg, Kraneweg, Ubbo Emmiussingel en omgeving, Hereweg, Lodewijkstraat, Trompstraat, Radesingel en omgeving en de Veemarktstraat.
Ook het Hereplein had veel schade opgelopen. In het noordelijke deel van Groningen was er veel schade aan de Ossemarkt en de Nieuwe Ebbingestraat. Daarnaast ging nog een aantal verspreid liggende panden geheel verloren.
De verwoestingen in het centrum van Groningen in 1945.
De verwoesting in het centrum gaf echter de zwaarste verliezen te zien: zo was de Stoeldraaierstraat volledig verwoest door een ontploffende Duitse vrachtauto met munitie. Deze vrachtauto was daar door de Duitsers neergezet en geladen met zware vliegtuigbommen. De vanuit de Folkingestraat oprukkende Canadezen wantrouwden deze situatie en beschoten de vrachtauto die daarbij ontplofte. Dat hierbij geen doden zijn gevallen is te danken aan een oplettende bewoner van de Stoeldraaierstraat die zag dat de Duitsers deze vrachtauto voorin de straat parkeerden en daarna snel verdwenen. Hij waarschuwde de overige bewoners van de Stoeldraaierstraat die zich in de kelders van hun woningen hadden verscholen. Zij konden daardoor nog net op tijd ontvluchten door de Zwanestraat.
Gevelsteen zijkant van de gevel van De Schatkamer in de Stoeldraaierstraat<br>herinnert aan de volledig vernielde straat in 1945.
Gevelsteen zijkant van de gevel van De Schatkamer in de Stoeldraaierstraat
herinnert aan de volledig vernielde straat in 1945.
Ook het stadshart bestaande uit de Guldenstraat, Waagstraat, de noordelijke en oostelijke marktwand, Oude Ebbingestraat en Oosterstraat was volledig vernield. Aan de zijkant van de gevel van juwelier De Schatkamer in de Stoeldraaierstraat is een gevelsteen geplaatst die herinnert aan deze volledig vernielde straat.
Vernielde Guldenstraat in 1945
Het uit 1862 daterende stadhuis, het 17e eeuwse Goudkantoor, de Martinikerk en Martinitoren waren gelukkig nauwelijks beschadigd.
Stedebouwkundig plan van M. J. Grandpré Molière
Het Groningse gemeentebestuur wenste daarom zo snel mogelijk een stedenbouwkundig plan op tafel te krijgen waarin de verwachte en gehoopte vernieuwing van de Groningse samenleving na vijf jaar oorlog tot uitdrukking moest komen waarbij als leus werd gehanteerd: ‘Herstel en vernieuwing’.
Al in juli 1945 werd de bekende Delftse stedenbouwkundige architect M. J. Grandpré Molière (1883-1972) hiervoor aangetrokken. Hij beschouwde de Grote Markt (in combinatie met Vismarkt en Martinikerkhof) als een ruim plein waar alle activiteiten in Groningen tezamen kwamen.
Zijn eerste ontwerpen leidden al direct tot veel discussie. Kritiek was er o.a. op de uitbreiding van het stadhuis, het eventueel verdwijnen van de Korenbeurs of er eventueel een Handelscentrum moest komen, of er wel of niet een Cultuurcentrum in het centrum moest worden gebouwd of er al dan niet een busstation moest worden aangelegd bij de Noordzijde van de Grote Markt. En vooral was de vraag hoeveel ruimte er bij dat plan zou overblijven voor de wederopbouw van de vernielde winkelbedrijven in het centrum.
Vooroorlogs (1935) zicht op de Noordzijde en de Oostzijde van de Grote Markt met rechts het Scholtenhuis.
Vooroorlogs (1935) zicht op de Noordzijde en de Oostzijde van de Grote Markt met rechts het Scholtenhuis.
In maart 1947 werd door de Stichting voor Oorlogsgetroffenen, de Vereniging van getroffen Zakenlieden en de Buurtvereniging Oude Ebbingestraat bij B en W een onderhoud aangevraagd wegens de grote bezorgdheid die er bestond over de wederopbouw van Groningen die naar hun mening veel te traag verliep.
Gevraagd werd de geheimhouding op de reeds gemaakte plannen op te heffen en de bevolking meer gelegenheid te geven tot medewerking aan de opbouw. Het bleek echter dat de geheimhouding was opgelegd door de Raad van Wederopbouw die, zo werd gezegd, alle macht in handen had.
Wethouder mevrouw Aarsen-Jansen (PvdA) voegde daar nog aan toe, dat de geheimhouding niet opgeheven zou kunnen worden, omdat er in de kringen van de burgerij een veel te grote belangstelling bestond voor de wederopbouw. ‘Die grote belangstelling is lastig en hindert het maken van plannen’ zei de wethouder. Wel deed zij de toezegging, dat de wederopbouw van de binnenstad geen vertraging zou ondervinden door de nieuwbouw elders in de stad. Weliswaar liet de algemene materiaalpositie nog geen algemene wederopbouw toe maar als vaststaand kon worden beschouwd dat, zolang er geen definitieve plannen klaar waren, ook over de materiaalverkrijging en de financiering van de wederopbouw geen onderhandelingen konden worden gevoerd.
Bezwaren tegen de plannen en herzieningen
Er bleven doorlopend bezwaren komen tegen de respectievelijke herzieningen van de plannen van Grandpré Molière. Die kwamen vooral van de Rijksdienst voor Monumentenzorg (fel tegen de moderne vernieuwingsplannen voor de Grote Markt), de Groningse Wederopbouwcommissie (die aan een geheimhoudingsplicht was gebonden) en van gemeentelijke politici met tegengestelde opvattingen waardoor een meerderheid in de Raad moeilijk te realiseren was. En ook kwamen er veel bezwaren van ‘niet-stedenbouwkundigen die voortdurend hun ongefundeerde meningen’ gaven.
In 1949 lag er eindelijk een aangepast basisplan op tafel. Maar toen had de rijksoverheid weer bezwaren waardoor de financiering van rijkswege niet doorging.
Daarop legde Granpré Molière in 1950 zijn taken neer. Zijn assistent, architect J.J.M. Vegter, nam zijn werk over. Hij had in 1952 een nieuw plan gereed. Dit uiteindelijk goedgekeurde plan was echter niet meer dan een zwakke afspiegeling van de oorspronkelijke opzet van Grandpré Molière.
De wederopbouw aan de Grote Markt
Nadat de ministers van Financiën en van Wederopbouw en Volkshuisvesting hun goedkeurig hadden verleend aan het plan van Vegter, kon men met de wederopbouw beginnen. Het eerste nieuwe pand dat werd gebouwd aan de Grote Markt, op de plek van het verwoeste Scholtenhuis, was dat van studentenvereniging Vindicat naar het ontwerp van Vegter zelf. Deze sociëteit werd in februari 1954 in gebruik genomen.
Grote Markt met Studentensociëteit Vindicat in 1954.
Veel Groningers hadden bedenkingen tegen de bouw van de Sociëteit Mutua Fides op juist die plek. Hier stond immers het Scholtenhuis waar tijdens de oorlog de beruchte Sicherheitsdienst (SD) en de Sicherheitspolizei (SIPO) waren gehuisvest en waar honderden gevangen genomen verzetsstrijders verhoord, beestachtig behandeld en gemarteld zijn. Daarna werden velen van hen op afgelegen plekken gefusilleerd of afgevoerd naar concentratiekampen waar velen zijn omgekomen. Vooral in de herinnering van vele Groningers die de oorlog bewust hebben meegemaakt was de plaats waar ooit het Scholtenhuis stond, een ‘schuldige plek’.
Naar verluid zou de gemeente deze plek aan de studentenvereniging Vindicat hebben aangeboden omdat er geen enkele gegadigde te vinden was die zich op deze afschuwelijke plek wenste te vestigen. Een eerder aangeboden vestiging van een sociëteit aan het Kwinkenplein was door Vindicat afgewezen.
De plaquette ter herdenking van de slachtoffers van de Duitse terreur in het Scholtenhuis. <br>(Foto: Reinder Smith/ RTV Noord)
De plaquette ter herdenking van de slachtoffers van de Duitse terreur in het Scholtenhuis.
(Foto: Reinder Smith/ RTV Noord)
Ter herdenking aan de slachtoffers volstond men met het plaatsen van
een plaquette op de muur van de Sociëteit met als tekst:
Hier stond ’t huis van het Nazisme,
Van Hakenkruis en van SS.
Hier gaven zij Germaanse les
In gruwelijk sadisme.
Hier hebben zij,
Die voor de vrijheid streden
Onmenselijk geleden.
NB. Deze plaquette is bij de bouw van Forum Groningen tijdelijk verwijderd maar ons is telefonisch beloofd dat deze herplaatst wordt.
Het duurde jarenlang voordat de Noordwand van de Grote Markt tussen de Oude Ebbingestraat en de Oude Boteringestraat was herbouwd. Niet alleen vanwege het gesteggel over de plannen, de herzieningen en de financiering maar ook door de langdurige strijd over de herbouw met als centrale vraag: moderniseren of herbouwen in de oude stijl. Uiteindelijk wonnen de vernieuwers.
Vooral de oudere generatie had grote moeite met deze vernieuwingsdrang en sprak vaak met weemoed over de mooie panden die verloren waren gegaan. Ook de uitbreiding van het stadhuis (zie hieronder) was iets waarover met afschuw werd gesproken: ‘Of ze nou helemaal gek geworden waren daar op het stadhuis?’ was een veel gehoorde vraag waarop natuurlijk nooit een antwoord kwam.
Grote Markt Noordzijde in 1903.
Sociëteit Vindicat is het gebouw met het balkon.
De Grote Markt – Noordzijde in puin geschoten in 1945
Noordwand Grote Markt met busstation gezien richting Zwanestraat rond 1955.
De Grote Markt in kleuren rond 1970.
Uitbreiding stadhuis Groningen
Architect Vegter ontwierp ook de uitbreiding van het stadhuis waarvan de bouw pas begon in 1958. Tot die tijd had men vanaf de Herestraat, 13 jaren lang moeten aankijken tegen de ruines van de Waagstraat en de achter op het Goudkantoor hangende gevelhoge reclames van o.a. het Koningin Wilhelmina Kankerfonds.
Uitbreiding / Nieuwbouw stadhuis met luchtbrug. Groningers hadden nog nooit van hun leven zoiets lelijks gezien. ‘Och kerel, ’t liekt wel stront’, zeiden sommige Groningers.
De oplevering van die foeilelijke stadhuisuitbreiding met luchtbrug en ‘staatsietrap’ vond plaats in juli 1962. Men sprak van ‘een foeilelijke mislukking’. Die ‘staatsietrap’ werd bijna uitsluitend gebruikt door lunchende binnenstadwerknemers die even lekker in het zonnetje wilden zitten. Niemand was er dan ook rouwig om toen ‘dat mausoleum’ in 1994 werd afgebroken. Op de leeggekomen plek werd in 1996 het Waagstraatcomplex geopend.
Braak liggend terrein Kwinkenplein
In november 1960 meldt het Nieuwsblad van het Noorden dat de bebouwing van het laatste nog sinds het einde van de oorlog braak liggende terrein bij het Kwinkenplein binnenkort zal beginnen. De krant verzucht daarbij dat dan ‘eindelijk het herstel van de oorlogsschade in Groningen haar voltooiing nadert’. De eerste besprekingen hierover waren trouwens al begin 1955 begonnen.
Twee jaar later, op 14 december 1962, is het eindelijk zover: ‘Herbouw Centrum nieuwe gebouwencomplex, ontworpen door Architectenbureau Van Linge, aan de noordkant van het Kwinkenplein, kreeg vanmiddag de herbouw van het centrum van de Martinistad vanmiddag zijn beslag’.
Op straatniveau waren restaurant Bommen Berend en de bekende Sportzaak Willy Loos gevestigd. Boven de winkels waren kantoren en appartementen gerealiseerd. De overzijde van het Kwinkenplein was twee jaar eerder, in 1960, opgeleverd. Daar bevonden zich toen de winkels als Het Dassenhuis, ’t Berenhuis en Grammofoonhuis Carillon. In de periode 1958-1969 was op de bovenliggende etages de Openbare Bibliotheek gevestigd.
●● Terzijde: Op vrijdag 29 november 2019 werd Forum Groningen geopend. Een bijzonder gebouw dat zich het best laat omschrijven als cultuurcentrum. Postuum heeft Grandpré Molière dus uiteindelijk toch zijn zin gekregen met zijn wens een Cultuurcentrum te bouwen in het centrum van Groningen . ‘Het is een bijzonder en mooi gebouw, maar het staat helaas op een verkeerde plek’, zoals een sceptische Groninger opmerkte. Kritiek is van alle tijden. ●●
Geraadpleegde bronnen
- De plannen van Granpré Molière worden door diverse auteurs uitvoerig beschreven in het zeer lezenswaardige boekje: ‘Een markt voor de wederopbouw’.
- Op de ontwerpen van Granpré Molière wordt uitgebreid in gegaan in het interessante boek: Cor Wagenaar – Tussen Grandezza en Schavot.
- Het verhaal over de Stoeldraaierstraat is verteld tijdens een wandeling door Groningen georganiseerd door Joël Stoppels van Battlefield Tours.
- M.H. Huizinga / B. van Leusen – Vier dagen in april.
- J.A. Wolf – Gehavende stad – Bevrijding Groningen april 1945
Krantenberichten
- Den wederopbouw van Groningen – NvhN 10 – 03 – 1947
- Drentsche Courant 5 – 2 – 1948
- Parool 24 – 3 – 1950
- Wederopbouw voltooid – NvhN 14 – 12 – 1962