●● Vakantiekinderfeest Groningen was het afscheidsfeest van de openbare lagere scholen. Deze feestelijke dag in Beilen werd hen aangeboden door de Groningse burgerij en het Groningse bedrijfsleven. En jaarlijks kwamen er in Groningen honderden collectanten langs de deuren om voor dit feest een bijdrage op te halen.

Het Vakantie Kinderfeest stamde uit 1911. Het werd opgezet door de afdeling Groningen van de Nederlandsche Bond van Onderwijzers in navolging van het Vakantie Kinderfeest in Amsterdam. Eerst voor kinderen (‘bleekneusjes’) van de lagere scholen van de Eerste Klasse (met gratis onderwijs) die nooit op vakantie gingen, maar al snel daarna deden alle openbare lagere scholen mee.

De rijke Groningse industrieel W.A. Scholten zegde een royale subsidie toe mits het Bijzondere Onderwijs ook mee zou doen. Maar dat weigerden zij zeer beslist, na gesprekken in 1912 en 1913. Ook de Christelijke muziekkorpsen wensten geen medewerking te verlenen omdat ze niet hun ‘eigen muziek’ mochten spelen. Maar de ‘openbare’ muziekkorpsen mochten dat ook niet. Alleen ‘neutrale muziek’ werd toegestaan. ‘De Socialistenmars’ en ‘Het Rode Vaandel volgen wij’ zou je daar dan ook niet horen.

De vakantiekinderfeest stoet nadert het Hoofdstation in Groningen in 1934. In de auto's rechts werden de 'zwakke kinderen' vervoerd die een aangepast programma kregen.
De vakantiekinderfeest stoet nadert het Hoofdstation in Groningen in 1934. In de auto’s rechts werden de ‘zwakke kinderen’ vervoerd die een aangepast programma kregen.

In 1940, bij het begin van de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog, werd er nog een Kinderfeest georganiseerd – de jaren daarna werd er geen Duitse toestemming meer verleend. Na de oorlog zijn er twee feesten afgelast vanwege slechte weersomstandigheden. Dat was in 1968 toen er zoveel regen was gevallen in Beilen dat men het niet aandurfde de verkleumde kinderen te laten zingen op de Vismarkt waar het ook al stortregende. De kinderen werden door bussen van het gemeentelijk vervoerbedrijf GVB gratis naar huis gebracht.

In 1980 werd het gehele Vakantiekinderfeest afgelast omdat het woensdag al de hele dag had geregend en Terhorsterzand één grote modderpoel was geworden. En daarnaast voorspelden de weerberichten dat het ook de gehele donderdag zou regenen. Als ’troostprijs’ mochten de kinderen gratis naar een wedstrijd van FC Groningen of gratis naar een bioscoop.

In 1976 viel het feest midden in een periode van een zware hittegolf en maakte de organisatie zich grote zorgen of de 1400 kinderen en hun 400 begeleiders die donderdag niet ‘gekweld zouden worden door dorst’. Maar er was gelukkig drinkwater in overvloed beschikbaar dat werd aangevoerd in tankwagens van de DOMO-Beilen.

In 1981 echter bleek de opbrengst van de collecte helaas niet langer voldoende was om de continuïteit van deze feestdag te waarborgen. Er was in dat jaar weliswaar 30.000 gulden opgehaald bij de burgerij maar er was minimaal 40.000 gulden nodig om het feest te organiseren. Daarnaast had de Stichting GVK al meerdere keren de reserves moeten aanspreken die dan ook nagenoeg uitgeput waren.

Toen ook de gemeente Groningen geen subsidie wilde geven en het moeilijk werd voldoende collectanten te vinden voor de meer dan 500 routes in de stad, besloot de Stichting GVK in 1982 te stoppen met het Vakantiekinderfeest. Al in 1979 sprak één van de bestuurders van de Stichting GVK zijn zorgen uit: ‘Als je er mee ophoudt krijg je het nooit meer terug’. Hij heeft gelijk gekregen: de tijd had het Vakantiekinderfeest ingehaald.

Vakantiekinderfeest 1957 – een persoonlijk verslag

Als kind wist ik al jaren dat het Vakantiekinderfeest aan het einde van de lagere school werd aangeboden door de Groningse burgerij. Mijn vader en mijn moe waren in respectievelijk 1930 en 1932 ook al mee geweest met het Vakantiekinderfeest en spraken later nog met grote genegenheid over die gebeurtenis. Zij gingen als kinderen nooit met vakantie.

Allebei gingen ze na hun 14e verjaardag (na de 7e en 8e klas gevolgd te hebben om te voldoen aan de leerplichtwet) aan het werk waarbij vakantiedagen uiterst schaars waren en het met vakantie gaan bij het overgrote merendeel van de vooroorlogse arbeidersgezinnen financieel onmogelijk was. Ter informatie: mijn opa verdiende per week 7 gulden en had drie vakantiedagen – daar moest een gezin met vijf kinderen en twee volwassenen het mee doen.

Jaarlijks gingen er collectanten langs de deuren om voor dit feest een bijdrage op te halen. Het was een feest voor kinderen van de openbare lagere scholen. Toen mijn moeder in de 60-er jaren collectant was, wilden mensen die kinderen hadden op een christelijke lagere school niet meebetalen, merkte ze.

Op de grote dag, altijd een donderdag, verzamelden alle 6e klassen van de openbare scholen in de stad Groningen zich ’s morgens op tijd op de Vismarkt. Dat ging in die jaren (wij behoorden tot de eerste generatie van de naoorlogse geboortegolf – de tegenwoordige babyboomers!) om ruim 1500 kinderen en 300 tot 400 begeleiders!

De schoolvlag van mijn school, de Prinses Ireneschool aan de Korreweg, was het verzamelpunt. Ik werd weggebracht door mijn vader en moeder en mijn broer die daarna een plaatsje zochten op de route naar het Hoofdstation om mij uit te zwaaien. ’s Avonds zouden we elkaar weer treffen bij Modehuis Gerzon op de Vismarkt. Dat hadden we, vanwege de drukte, al van tevoren afgesproken. In de stoet liepen enkele muziekkorpsen mee. We liepen door de Herestraat, over het Zuiderdiep, door de Stationsstraat en daarna over de brug linksaf naar het Hoofdstation.

Onderweg stonden veel ouders te zwaaien. ‘Zieke en zwakke kinderen’ (zo stond het in de krant) hadden ook een Vakantiekinderfeest. Zij waren eveneens aanwezig in de stoet met particuliere auto’s en werden vervoerd naar een aparte locatie waar ze o.a. ‘getrakteerd’ werden op een aangepast programma met een poppenkast en een goochelaar.
Op het perron stond een trein klaar die ons naar Beilen bracht. Ook langs de spoorlijn en op de Viaduct stonden mensen te zwaaien. Ik geloof dat het een stoomtrein was, maar ik weet het niet zeker meer.

Na aankomst in Beilen gingen we naar een zaaltje waar we kadetjes en een glas melk kregen als ontbijt. Daarna liepen we naar een zandvlakte met de naam Terhorsterzand. Er was daar van alles georganiseerd: spelletjes, zaklopen, verspringen, voetballen, muziek, zingen etc.

Voetballende jongens van de Prinses Ireneschool 1957. In het midden hoofdmeester Gernaat. Brildragend twee van rechts ren ik mee op kousenvoeten. Deze foto stond in de middageditie van het Nieuwblad van het Noorden. Mijn moeder vroeg na terugkomst waarom ik mijn schoenen niet aanhad! Had ze al gezien op die foto!
Voetballende jongens van de Prinses Ireneschool 1957. In het midden hoofdmeester Gernaat. Brildragend twee van rechts ren ik mee op kousenvoeten. Deze foto stond in de middageditie van het Nieuwblad van het Noorden. Mijn moeder vroeg na terugkomst waarom ik mijn schoenen niet aanhad! Had ze al gezien op die foto!

De jongens uit mijn klas waren allemaal aan het voetballen. Er is toen een foto gemaakt van onze jongensgroep voor het Nieuwsblad van het Noorden; een foto die in de middageditie van de krant heeft gestaan. Die foto is geënsceneerd. Ik hoor nog dat de fotograaf vroeg of hij een foto mocht maken. Hoofdmeester Gernaat kreeg een bal en moest die weggooien en dan moesten wij er allemaal achteraan rennen. Zo krijg je een mooie foto. Ik loop op kousenvoeten omdat je aldoor zand in je schoenen kreeg. Mijn ouders hadden historisch besef en hebben die foto besteld; die staat hierboven.

Tussen de middag gingen we weer terug naar dat zaaltje en kregen we een kadetje kaas en een krentenbol en daarbij een glas melk en een glas chocolademelk. Er was een tweede kadetje kaas beschikbaar voor de grote eters – nou, wij waren natuurlijk uitgehongerd.
’s Middags waren er weer activiteiten georganiseerd op het Terhorsterzand, maar wat en hoe is me ontschoten: die dag is als in een roes voorbij gegaan. ’s Avonds aten we warm: aardappelen met boontjes, twee plakken rollade en als toetje een schaaltje vla en een glas ranja toe.

Daarna weer met de trein terug naar Groningen. Doodmoe en smerig, overal plakkerig vanwege het zand in je kleren en in je haren, liepen we vanaf het Hoofdstation, door de Stationsstraat, via Zuiderdiep en de bomvolle Herestraat naar de afgeladen volle Vismarkt.

De stoet, met de autogroep van de zieke kinderen vooraan, werd begeleid door de Groninger bereden politie die ‘de opdringende massa mensen nauwelijks in bedwang konden houden’. En was heel veel muziek van veel meer Groningse muziekkorpsen dan dat er in de ochtend waren geweest.

Elke klas was voorzien van een spandoek met daarop de naam van de school. Er volgde onderweg net als ’s morgens veel gezwaai en geroep van ouders en andere familieleden die langs de kant stonden te kijken tot hun kind langskwam. Het was echt een groots, overweldigend en onvergetelijk spektakel.

De aubade aan de Groninger burgerij in 1935. Op een autodak is de dirigent te ontwaren. 
Het koepeltje rechts is niet van de synagoge; het is de kerktoren van de Waalse Kerk die in 1935 was verkocht. In 1938 werd de kerk verbouwd tot een winkelpand. In de Pelsterstaat is het gebouw nog herkenbaar als kerk door de vijf kerkramen die daar nog te zien zijn.
De aubade aan de Groninger burgerij in 1935. Op een autodak is de dirigent te ontwaren.
Het koepeltje rechts is niet van de synagoge; het is de kerktoren van de Waalse Kerk die in 1935 was verkocht. In 1938 werd de kerk verbouwd tot een winkelpand. In de Pelsterstaat is het gebouw nog herkenbaar als kerk door de vijf kerkramen die daar nog te zien zijn.

Daarna volgde de aubade aan de burgerij van Groningen als dankbetuiging voor het Vakantiekinderfeest, dat door hun ‘gulle gaven’ mogelijk was geworden. Daartoe waren al van tevoren twee liederen ingestudeerd op school. En er was in de laatste week voordat we zouden gaan, nog een generale repetitie gehouden om ons te laten wennen aan een dirigent die voor al die kinderen zou staan. Dat gebeurde bij ons op het schoolplein van de Kapteynschool in de Kapteynlaan. Daar waren alle 6e klassers aanwezig van alle openbare scholen uit de Korrewegwijk en De Hoogte. ‘Kijk naar de dirigent als jullie gaan zingen. Hij laat je zien wanneer je moet beginnen!’ werd ons nadrukkelijk verteld.

Het waren twee traditionele liederen met mooie ouderwetsche teksten (die later helaas zijn gemoderniseerd) met fijne melodieën, gezongen door 1500 kinderen. Het klonk misschien niet helemaal perfect maar het was voor de kinderen en aanwezige familieleden een zeer indrukwekkend moment – het moment van afscheid nemen van een belangrijke periode in je leven.

Dat was me al een jaar eerder (ik was toen 12 jaar) duidelijk geworden bij het zingen van die liederen: het besef dat er een periode van zes jaar werd afgesloten en dat het een afscheid was van al je klasgenootjes die je waarschijnlijk nooit weer zou zien. Juist om die reden heeft het (inmiddels bijna vergeten) Vakantiekinderfeest voor vele generaties schoolkinderen een monumentale proportie gekregen.

De vakantie begint

Hoevelen gaan uit ‘t stof der straten voor maanden naar de zee!
Och, mochten wij ‘t één dag verlaten – we zijn tevree – we zijn tevree.
Kom mee, kom mee! Uit donk’re hoeken naar ‘t vrije veld gegaan;
Vakantie komt, nu gaan we zoeken – de ruime baan – de ruime baan.

De zonne brandt op dorre stenen omhoog de hemel blauwt!
De frisse kleuren zijn verdwenen – de stad vergrauwt – de stad vergrauwt.
Naar ‘t land, naar ‘t land! Verlaat de boeken – daar buiten is het stil!
Een speelplaats kunnen wij er zoeken – naar ieders wil – naar ieders wil.

Hoevelen gaan uit ‘t stof der steden naar d’open zonneschijn!
Och, dat ook wij naar buiten reden – saâm in de trein – saâm in de trein.
‘t Gaat aan, ‘t gaat aan! Door bos en heiden in volle vrijheid gaan.
En uit de plaag van schriften en leien – dat lacht ons aan – dat lacht ons aan.

Ons lied van dank

Wat was het heerlijk buiten, langs hei en wei en woud,
Waar alles lacht en schittert in ‘t zomer zonnegoud!
Dat was een dag van vreugde als nimmer is geweest,
Nooit zullen wij vergeten ‘t vakantie kinderfeest!

Bij thuiskomst als bij d’afreis geschaard in brede rij,
Weerklinkt ons hart’lijk danklied voor Gruno’s burgerij!
Voor al die kindervrienden hier tussen Hunze en A,
weerklinkt bij ’t vrolijk afscheid ons daverend: Hoera, Hoera, Hoera!

Bronnen

  • Via Delpher.nl diverse Nieuwsbladen van het Noorden
  • Groningen Toen 1983
    Artikel Hein Bekenkamp – nooit zullen wij vergeten…