●● Door mijn belangstelling voor de Folkingestaat, de vooroorlogse Joodse buurt van Groningen, las ik een artikeltje over de daar destijds wonende violist Bennie Behr. Een zeer  goede violist: al vanaf zijn zeventiende jaar  speelde hij bij de Groninger Orkest Vereniging (het huidige Noord Nederlands Orkest).
Ook was hij een voortreffelijk saxofonist die vanaf 1937 speelde bij ‘Jack de Vries Internationals’, het orkest van de toen wereldberoemde zanger Leo Fuld.
Wie was die wereldberoemde zanger Leo Fuld?

●● Wie was Leo Fuld?
Leo (Lazarus) Fuld werd geboren in 1912 en groeide op in een straatarm joods gezin in Rotterdam. Zijn vader deed niets aan het geloof maar Leo’s moeder des te meer. Vanwege haar werd er thuis gebeden, koosjer gegeten en sabbat gevierd en bezocht Leo drie avonden in de week de Joodse school. Hij kon goed leren (gymnasium) en kreeg een studiebeurs om voor rabbijn te studeren op het Nederlands Israëlitisch Seminarium in Amsterdam.

Daar trok hij veel op met Joodse jongens wier oorsprong in Polen en Rusland lag en met wie hij vaak naar sjoel ging als er een bekende gazan, een voorzanger, te horen was. In die tijd was er in Amerika een wereldberoemde cantor: Yossele Rosenblatt. Zijn stem was op plaat uitgebracht en ze luisterden daar vaak naar. Ze probeerden hem na te doen en Leo bleek dat het beste te kunnen.

Toen de rector van het Seminarium dat hoorde liet hij hem een keer voorzingen en stuurde Leo (op zestienjarige leeftijd) bijna elk weekend naar sjoels waar ze zich geen voorzanger in vaste dienst konden veroorloven zoals in Gouda, Oudewater, Beverwijk, Vianen en Vlissingen. Hij vertrok op vrijdagmiddag vóór de Sabbat en op zondagochtend ging hij weer terug. Leo kreeg voor een optreden vaak een beloning die dan gelijk naar zijn moeder ging.

Die betalingen brachten hem op een idee: misschien kon hij zijn brood verdienen met wat hij het liefste deed: zingen!  Hij begon als zingende kelner in café De Kool in Rotterdam met Duitse en Franse liedjes (60 liedjes op een avond voor 2,50 gulden per week) en trad later op in het TipTop theater in de Jodenbreestraat in Amsterdam.

Daar had hij veel succes en daardoor gestimuleerd solliciteerde hij na verloop van tijd op de bonnefooi bij de VARA-radio met, zeer ongebruikelijk, het  joodse liedje ‘Ich Fuhr Aheim’. Hij kende veel Jiddische liedjes waarvan hij de muziekbladen via een bekende uit Amerika liet meenemen om ze vervolgens allemaal te leren zingen, net zoals hij alle bekende Duitse en Engelse en ook Franse liedjes kon zingen.

Eli Bomli, de baas van de VARA, vroeg hoe oud hij was (19) en of hij nog meer Joodse liedjes kende en of hij ook Duitse en Engelse liedjes kon zingen. Zijn antwoord: ‘Noemt u maar een titel en ik ken ‘m.’ Zo kwam hij bij de VARA waar hij vijf keer per week optrad voor de radiomicrofoon. Door zijn radiobekendheid kreeg hij optredens in diverse Nederlandse theaters en clubs aangeboden. Zo trad hij op in de Hollandsche Schouwburg als gast in de revue ‘Hier Parkeren’ van Wim Kan en Corry Vonk.

De jonge Leo Fuld in de 30-er jaren

In 1933 kreeg Fuld, als begeleider van een vriendin, tijdens een auditie bij de BBC het verzoek om te laten horen wat hij kon. Ter plekke kreeg hij een contract aangeboden voor een aantal optredens. Tijdens een van die radio-opnames werd hij gebeld door Jack Hylton, leider van een van de populairste Engelse showorkesten. Deze bood hem een driejarig contract aan en nam hem mee op tournee langs de theaters in Groot-Brittannië en op het vasteland van Europa o.a. in Parijs met drie shows op een dag, in Rotterdam, De Haag en Amsterdam.

In 1936 vertrok hij naar Amerika waar hij optrad hij in New York in nachtclub The French Casino, in het Paramount Theatre en hij kende grote successen in het Broadway Theatre. Daarbij kwam veel bijval voor de Jiddische liedjes in zijn repertoire. Vooral zijn lied ‘My Jiddische Mame’ werd door het publiek zeer gewaardeerd.

●● Leo Fuld tijdens de Tweede Wereldoorlog
In 1938 verliep het Amerikaanse visum van Leo Fuld en keerde hij terug naar Nederland. Begin 1940 vroeg hij opnieuw een visum aan en vertrok twee maanden voordat de Duitsers Nederland binnenvielen. In 1941 ontving hij in Amerika (dit land was neutraal tot de aanval op Pearl Harbour op 7 december 1941) een brief van zijn vader. Deze liet hem weten dat zijn broer was verdwenen tijdens het bombardement op Rotterdam en dat zijn moeder kort daarna was gestorven. Slechts één zus overleefde de oorlog omdat ze met een Haïtiaan was getrouwd. De rest van zijn familie werd tijdens de oorlog vermoord in Auschwitz, Sobibor en Mauthausen.

Tijdens de oorlog werkte Leo Fuld vanuit Boston mee aan radio-uitzendingen via de korte golf naar Nederland en Nederlands-Indië. Hij zong en schreef liedjes als: “Onze landsmoeder in Amerika, Het landje dat je nooit vergeet, Jaantje van Scheveningen, Het wordt wel alles anders, Men hoorde het in Keulen donderen, Adieu Rommel , De Nazi band, Brief van een Hollandsche zeemansvrouw” etc. etc. Daarnaast trad hij in The Seaman’s Home twee keer per week op voor de Nederlandse koopvaardij.

●● Leo Fuld na de Tweede Wereldoorlog
Na de oorlog trad Fuld een periode weinig meer op maar schreef hij teksten en liedjes voor shows van anderen en deed advieswerk op dat gebied. Hij werd in 1948 Amerikaans staatsburger. In datzelfde jaar werd de staat Israel gesticht en daardoor geïnspireerd schreef hij ‘Wo Ahin Sol Ich Geh’n / Where Can I Go’ dat een wereldhit werd en dat door veel internationale sterren in het repertoire werd opgenomen.

Mede door dit lied en zijn grote succesnummer ‘My Jiddische Mame’ ging hij weer in Nederland optreden. Hij begon in Theater Tuschinski in Amsterdam zes weken lang voor bomvolle zalen.  Na de eerste voorstelling kreeg hij 183 bloemstukken die verdeeld werden over de Amsterdamse ziekenhuizen en bejaardenhuizen.

Leo Fuld eet een haring in Amsterdam (1954)

Er was wel een puntje van kritiek van de kant van het Nieuw Israëlitisch Weekblad: “Zes weken lang trok hij in Amsterdam volle zalen en in Zandvoort  oogstte hij een opgetogen enthousiasme. En toch, hoe graag men ook naar hem luisterde — één ding stelde teleur: hij zong te weinig echt-Joodse liederen. Die teleurgestelden zullen nu ruimschoots schadeloos gesteld worden op 16 Januari [1949] a.s. in het Concertgebouw te Amsterdam. Op die datum treedt Leo Fuld, speciaal voor het Joodse publiek dat hem zozeer ter harte gaat, op met een geheel Joods repertoire. Wij twijfelen niet aan zijn succes!”

Advertentie aankondiging concert Leo Fuld in het Concertgebouw in Amsterdam 16 januari 1949

Na deze Nederlandse periode trok hij Europa in: hij deelde in Parijs het podium 14 weken lang met Edith Piaf en ook in Engeland werd zijn tournee een groot succes. Hij zong inmiddels in het Grieks, Russisch, Arabisch en Portugees en zong de coupletten in zijn liedjes vaak in verschillende talen. Zijn roem reikte zo ver, dat hij in allerlei wereldsteden optrad en vaak te gast was in shows bij sterren als Frank Sinatra,  Perry Como, Louis Armstrong, Danny Kaye, Jerry Lewis, Toon Hermans, Willem Duys, Benny Goodman, Fats Waller, Lionel Hampton en vele anderen. Hij ontmoette ook beroemdheden als Albert Einstein, de schrijver Leon Uris en werd voorgesteld aan koningin Wilhelmina. Charles Aznavour schreef  speciaal voor hem het lied l’Emigrant en zelf zong Aznavour My Jiddische Mame in een Franse vertaling.

●● De keizer van het Jiddische lied op de grammofoonplaat
Zijn eerste grammofoonplaat dateert uit 1933 en werd opgenomen in Berlijn. Niet in Nederland, want daar was men technisch ‘een beetje achter’. Dus trok hij naar de beroemde Berlijnse Odeon-studio. Daar werden in korte tijd vier platen uitgebracht met in totaal acht nummers: vier in het Nederlands en vier in het Jiddisch. ‘Ich Fur Aheim’ (met op de B-zijde ‘A Briefele Der Mame’) werd als eerste uitgebracht. In 1934 volgde een plaat met ‘My Jiddische Mame’, wellicht (in elk geval in Nederland) zijn grote wereldsucces. Tijdens het Hitler-regime werd het lied, net als alle andere joodse liedjes in Duitsland verboden omdat het Entartete Kunst zou zijn. Door de jaren heen heeft Fuld naar eigen zeggen meer dan 500 platen gemaakt waarvan 32 LP’s en zijn er in totaal 25.000.000 exemplaren verkocht. En nog steeds zijn er CD’s met zijn liedjes te koop.

●● Over zijn wereldhit My Jiddische Mame
My Yiddishe Momme (dit is de oorspronkelijke Jiddische titel; ook wel My Yiddishe Memme genoemd)  is in 1925 overigens  geschreven door de Amerikaan Jack Yellen (tekst en muziek) en Lew Pollack (muziek). Dezelfde Jack Yellen was trouwens tevens de schrijver van het lied ‘Happy days are here again’, dat gebruikt werd bij de verkiezingscampagne van Franklin Delano Roosevelt in 1932.

My Yiddishe Momme werd in Amerika bekend door Sophie Tucker (afkomstig uit een Joods-Oekraïens gezin), die het lied voor het eerst zong na de dood van haar moeder. In 1928 werd haar lied een tophit op plaats vijf in de Amerikaanse hitlijst. Op de A-kant stond het lied in de Engelse tekst; op de B-kant stond de Jiddische versie.

Sophie Tucker in de 30-er jaren: The Last of the Red Hot Mamas in vol ornaat.

Het lied werd gezongen tijdens tournees door grote Amerikaanse steden mits een aanzienlijk joods publiek aanwezig was. Sophie Tucker zei hierover: ‘Hoewel ik veel van dit nummer hield en het elke keer dat ik het zong een enorm succes was, was ik altijd voorzichtig. Ik wilde het alleen maar zingen als ik zeker wist dat de meerderheid van de zaal Jiddisch zou begrijpen. Hoewel je geen jood hoeft te zijn om ontroerd te worden door My Jiddische Momme.’

●● Meer over het begrip ‘Jiddische Memme’  
Marissa van der Valk schrijft over haar in het boek ‘Jofel Jiddisj’: “Wat in de joodse wereld wel schertsend een ‘Jiddisje memme’ wordt genoemd is meestal niet zo positief. Het staat voor een overbezorgd, nogal bedillerig type dat haar kind liever niet opgegroeid wil zien en daartoe desnoods emotionele chantage niet schuwt. Een heimelijk opgegeten zakje friet wordt bij voorbaat al een patatje oorlog als zij zegt: ‘Sjatsie, het begint met diarree, maar weet je hoe het afloopt, met zo’n gevoelige maag als jij hebt? Je krijgt straks een plastic zak aan je lijf om je behoefte in te doen.’

Nog zo’n memme anekdote: Een Jiddisje memme koopt twee overhemden voor haar zoon, een witte en een blauwe. De volgende morgen komt de zoon beneden en hij draagt het witte overhemd. Intens treurig zegt zijn moeder: ‘Vond je die blauwe niet mooi dan?’ Ook in de muziek is die al te nadrukkelijke moeder vaak nadrukkelijk aanwezig zoals blijkt uit het emotionele ‘My Yiddishe Mame'”.

●● Leo Fuld – De grote vertolker van het Jiddische lied
Leo Fuld groeide in de 50er en 60-er jaren uit tot de grote vertolker van het Jiddische repertoire en hij werd wereldberoemd met nummers als My Yiddishe Mame, Ich hob Dich zu Viel Lieb, Doina en met Where Can I Go, een Engelse vertaling van Wo Ahin Soll Ich Geh’n, dat hij opnam vanwege de afkondiging van de staat Israël. Hij kreeg de tekst van een overlever van het getto van Warschau en bewerkte en arrangeerde het. Door zijn contacten met de platenwereld stond het lied in die tijd in iedere hitparade ter wereld! Hier volgen de  teksten van zijn meest bekend geworden liedjes:

●●● YouTube “My Yiddishe  Mame” gezongen door Leo Fuld.

Of things I should be thankful for I’ve had a goodly share
And as I sit here in the comfort of my cosy chair
My fancy takes me to a humble eastside tenement
Three flights up in the rear to where my childhood days were spent
It wasn’t much like Paradise but a’mid the dirt and all
There sat the sweetest angel, one that I fondly call
My yiddishe mame I need her more than ever now
My yiddishe mame I’d love to kiss that wrinkled brow
I long to hold her hands once more as in days gone by
And ask her to forgive me for things I did what made her cry
How few were her pleasures, she never cared for fashion’s styles
Her jewels and treasures she found them in her baby’s smiles
Oh I know that I owe what I am today
To that dear little lady so old and gray
To that wonderful Yiddishe mame, mame  of mine

Oy Yiddishe mame, Sie macht noch sjies die ganze welt
Oy Yiddishe mamme, oi vel mi bitter when she felt
● ———————————————-
● ———————————————-
In vasser in fayer hat zi gelofn far ihr kind
nisht halten ihr tayer, dos iz gevis di gresten zind
Oy, vi gliklekh un raykh iz der mentsh vos hot
Aza shayne matuneh geshenkt foon G-t,
Nor ayn altichke Yiddishe Mame, Oy, Mame mayn

●●● YouTube: “Wo Ahin Soll Ich Geh’n” gezongen door Leo Fuld.

Wo ahin zol ich geyn? / Wer can entfern mir / Wo ahin zol ich geyn? /
Fur es sloss jeder Tuhr / Siehe auf links, siehe auf rechts /
Au te soll im jedem Land / As wo ahin zol ich geyn? /
Tell me, where can I go? / There’s no place I can see./
Where to go, where to go? / Every door is closed for me. /
To the left, to the right, / It’s the same in every land. /
There is nowhere to go. / And it’s me who should know, /
Won’t you please understand?

Now I know where to go, / Where my folks proudly stand. /
Let me go, let me go / To that precious promised land./
No more left no more right. / Lift your head and see the light. /
I am proud, can’t you see, / For at last I am free: /
No more wandering for me.
— Now I know where to go.

●● Graag geziene gast in de Arabische wereld
Ook werd Fuld een graag geziene gast in de Arabische wereld. Hij trad met veel succes op en kreeg veel waardering in Libanon, Algerije, Marokko, Tunesië en Egypte, waar zijn optreden zelfs werd bijgewoond door de Egyptische president Nasser en de vermaarde zangeres Oum Kalsoum. Op zijn aandringen bij theaterdirecteuren traden later Arabische zangers op in Parijs, onder wie in 1966 ook Oum Kalsoum, die, wat zeer uitzonderlijk was, maandenlang zong voor een uitverkocht Olympia theater.

In Ethiopië zong Leo Fuld op uitnodiging van keizer Haile Selassie in een grote tent bij het paleis, tijdens de bruiloft van diens dochter. Hij zong eerst ‘neutrale’ teksten maar de aanwezige hoge gasten raakten pas onder de indruk toen hij zijn joodse repertoire inzette. Fuld vertelde dat hij na het optreden een klomp goud kreeg van de keizer.

Terug in Nederland: Leo Fuld met de virtuoze accordeonist Johnny Meijer (NB beiden beschikten over het absolute gehoor).

Terug in Nederland begon hij een avontuur in Amsterdam in de slechtlopende nachtclub van toen nogal bekende vastgoedmagnaat Maup Caransa. Hij was in het begin succesvol maar de nachtclub-concurrenten vond hem te goedkoop wat ‘oneerlijke concurrentie’ werd genoemd en de buren klaagden over geluidsoverlast zodat hij moest stoppen en na vijf maanden teleurgesteld naar Amerika vertrok.

Hij vierde nog een aantal successen in Las Vegas en in de Sahbrah-nachtclub in NewYork. Maar toen de zanger artistiek op een zijspoor raakte, moesten zijn schulden worden terugbetaald waarbij waarschijnlijk ook de maffia (genoemd worden beruchte namen als Bugsy Siegel, Meyer Lanski en Lucky Luciano) een rol speelde en er weinig van zijn spaargeld overbleef.

Leo Fuld op 81-jarige leeftijd omringd door herinneringen.

In 1987 keerde Leo Fuld terug naar Nederland, naar zijn zus, het enige familielid dat de Holocaust had overleefd, en vestigde zich in Amsterdam. Hij trad nog op bij cabaretier Herman van Veen voor een groot orkest met ‘Wo Ahin Sol Ich Geh’n, maar verder sleet hij zijn dagen in eenzaamheid. Gelukkig beleefde hij – inmiddels 81 jaar oud – nog een comeback en werd weer gevraagd voor optredens. Met deze schnabbels kon hij zijn schamele Amerikaanse staatsburgerpensioen (580 gulden per maand) enigszins aanvullen, zoals dat ook gebeurde in Groningen.

●● Leo Fuld trad in 1939 en 1994 op in Groningen
Het Nieuwsblad van het Noorden kopte op 5 oktober 1994: ‘Leo Fuld na 55 jaar terug in Groningen’. Over het optreden werd enthousiast verslag gedaan: “In een jasje van blauw fluweel en met een grote vlinderdas om, schuifelde de hoogbejaarde zanger Leo Fuld gisteravond de bühne van Huize Maas in Groningen op. Met “Dames en heren, ik wil een liedje voor u zingen…” wil hij zijn inleiding beginnen, maar hij komt niet ver, want hij heeft bij voorbaat al een staande ovatie te pakken. […]

De 81-jarige zanger Leo Fuld vierde successen in Europa, het Midden Oosten en in de Verenigde Staten. […] Een onlangs door de NOS uitgezonden documentaire, bracht de Groningers Johan en Jacob van Gelder op het idee hem naar Groningen te halen. Hij was hier al eerder geweest: in 1939 trad Fuld een aantal weken op in de z.g. Wintertuin, de bovenste verdieping van het bekende Grand Hotel Frigge aan de Herestraat.

Advertentie van het optreden in Grond Hotel Frigge in 1939.

In de Jiddische liedjes, de smartlappen en chansons die Fuld zingt, komen bakkers en kruideniers op de fiets voorbij en gaan schepen ten onder door een torpedo in ’t vooronder. Alles wat hij zingt, ademt de sfeer van een tamelijk ver verleden. Zelfs de mopjes die Fuld tussendoor opdist, zijn zó oud dat niemand ze eerder heeft gehoord en men er derhalve smakelijk om lacht.

Leo Fuld tijdens zijn optreden in 1994 in Huize Maas in Groningen.

Het is niet te geloven dat deze man niet veel vaker te zien en te horen is, want de tijd heeft op zijn stem nauwelijks invloed gehad. Droog en op zijn dooie gemak babbelt Fuld zijn liedjes aan elkaar, trucjes om iets van een ‘show’ op te bouwen, laat hij helemaal achterwege. Wanneer hij zingt, wipt hij voorzichtig op de bal van zijn voet op en neer, maar daarmee is het ook wel gezegd. De hele show drijft enkel op zijn stem en zijn liedjes.

Begeleid door bas, piano, gitaar en accordeon (vooral de accordeonist had een van smart doortrokken gelaat dat prima bij de liedjes paste), zong Fuld ‘I believe’, ‘Spiel Zigeuner” en “Wohin soll ich geh’n’. Liedjes die voor menigeen volstrekt onbekend zullen zijn, maar die gisteravond in Huize Maas zeer wel te pruimen waren. Het is daarom maar te hopen dat Fuld niet al te lang wacht met een volgend optreden in Groningen.”

●● De documentaire ‘The International Singing Star Leo Fuld’
In 1993 werd door de VPRO een prachtige documentaire gemaakt over het veelbewogen leven van Leo Fuld. Nadat de documentaire in 1994 was uitgezonden, bleek dat de zanger nog steeds zeer geliefd was. Het regende bezorgde reacties van fans omdat de suggestie werd gewekt dat Leo nu eindelijk ‘het belangrijkste in zijn leven had gedaan’ en onder het motto ‘het is volbracht’ op zijn lauweren zou gaan rusten. Vele fans betreurden dat zeer.

●●● Documentaire ‘The International Singing Star Leo Fuld’

Eén van die reacties was van Bep van Laar; zij zag de keizer van het Jiddische lied op televisie en verliet huis en haard om bij Fuld in te trekken. Hij trouwde met haar in 1996. Dat was uiteraard voer voor de roddelpers. Bijna wekelijks werden de lezeressen van bladen als Story en Weekend getrakteerd op het grote nieuws: zijn huwelijk met de twintig jaar jongere Bep was een enorme mediagebeurtenis.

Niet alleen kreeg Fuld daardoor weer werk aangeboden maar hij was sindsdien ook vaak eregast op de meest uiteenlopende party’s en was daar nog altijd ‘de internationale superstar’ tussen lokale coryfeeën als Imca Marina, Koos Alberts, Ria Valk en Adele Bloemendaal waarbij fotografen zich verdrongen rond de levende legende.

Een jaar later, op 10 juli 1997, op 84-jarige leeftijd, overleed Leo Fuld in zijn woonplaats Amsterdam op weg naar zijn huisarts. Die ‘kwam nog uit zijn praktijk naar buiten gerend’ maar het was te laat. Vrienden organiseerden zijn begrafenis op de begraafplaats Vredehof  in Amsterdam.

●● De teksten/lyrics van My Jiddische Mame
Meerdere artiesten hebben My Jiddische Mame gezongen en dat waren vaak niet de eerste de besten: Tom Jones,  Neil Sedaka, Yosef Rosenblatt, cantor Yitzchak Meir met violist Itzhak Perlman, Bob Scholte, Rika Zarai, Conny Francis, Ivan Rebrov, Charles Aznavour, Billie Holiday, Ester Ofarim en vele anderen.
Ze zijn (bijna) allemaal te beluisteren op YouTube.

●● Mayn Yiddishe Mame (Yiddische tekst)
The lyrics here are as sung by the great cantor Yossele Rosenblatt. Attached is also the mp3 track of Yossele Rosenblatt singing this song. The song is difficult to translate, and loses a lot of its meaning in translation.

Click on the play button to listen to this track.

Ikh vil bay aykh a kashe fregen, zogt mir ver es ken
Mit velkhe tayere farmegen bentcht got alemen?
Men koyft dos nisht fir kayne gelt, dos git men nor umzist
Oon dokh az men ferlirt dos, oy vi treren men fargist
A Tzvayten git men kaynem nit, es helft nisht kayn gevayn
Oy, ver es hot farloyrn, der vays shoyn vos ikh mayn.
A Yiddishe Mame, Es gibt nisht besser oif der velt
A Yiddishe Mame, Oy vey vi bitter ven zi felt
Vi shayn in likhtig iz in hoiz ven di mame iz do
Vi troyerig finster vert ven Got nemt ir oif Olam Haboh
In vasser in fayer volt zi gelofn far ihr kind
nisht halten ihr tayer, dos iz gevis di gresten zind
Oy, vi gliklekh un raykh iz der mentsh vos hot
Aza shayne matuneh geshenkt foon G-t,
Nor ayn altichke Yiddishe Mame,
Oy, Mame Mayn!

●● Translation in English
I’d like to ask of you a question, tell me who knows
With which dear possession does G’d bless everyone
It cannot be bought for no money, it’s given only for free
And when it is lost, how many tears are shed.
A second is given nobody, no cry can help,
Oy, he who has lost it, he already knows what I mean.
A Yiddishe Mame
It doesn’t get better on this earth
A Yiddishe Mame,
How bitter when she is missing.
How nice and bright it is at home, when the Mame is here
How sad and dark it becomes, when G-d takes her to Olam Haba (The World to Come)

●● Geraadpleegde literatuur
– Marissa van der Valk – Jofel Jiddisj – Van achenebbisj tot zwansen.
– Cor Gout – Muziek in zwart-wit (H2 De zanger van het joodse lied Leo Fuld)
– Nieuwsblad van het Noorden – 5 oktober 1994
– NRC – Zonder een lied kan de wereld nooit bestaan – 3 december 1993
– De Groene Amsterdammer – Het levenslied van Leo Fuld – 28 augustus 1996
– Informatie op diverse websites