Groot en Klein Maarslag
Groot en Klein Maarslag doet vermoeden
Dat dit een dorp is – maar wie kan bevroeden
Dat we spreken van een wondermooie wierde
Waar niets dan de wind het oppervlak bestierde
Moge de Provincie dit monument eeuwig behoeden.

Meeden
‘t Gebeurde in het plaatsje Meeden
Daar is een man laatst uitgegleden
Hij viel plat op z’n bek
Maar dat was niet zo gek
Want er was net stront uitgereden.

Middelbert
Middelbert ligt vlakbij de stad
De stad heeft dat plaatsje zò gejat!
Het meertje laten ze daar in hun ijver
Dat wordt dan een mooie binnenvijver
Dat heeft men alvast met verve aangevat!

Midwolda
Na de Allerheiligenvloed herbouwde men ‘t dorp verderop
De kerk hield stand maar later kwam een nieuwe, halsoverkop
Toen brak, door vruchtbare polders, een tijd van voorspoed aan
Enorme huizen en boerderijen kun je hier zien staan
De majestueuze Ennemaborg is vanzelfsprekend top!

Midwolde (1)
Midwolde werd al in de middeleeuwen gebouwd
De dorpskerk is ook middeleeuws, dus net zo oud
‘t Rijke paar van In- en Kniphuisen ligt voor altijd op een tombe
Ook staat hier een bank waar enkel hoge heren zich bevonden
Die rijke stinkers hebben zich altijd al als verheven beschouwd!

Midwolde (2)
Een jonge man uit het plaatsje Midwolde
At z’n bord leeg waarna hij knikkebolde
Z’n vrouw deed steeds de afwas alleen
Tot hij opeens in de keuken verscheen
Ze schrok zo dat haar bloed plotseling stolde.

Munnekemoer
Het Ter Apel- en Rütenbrockkanaal komen samen in Barnflair
Hier vormde zich een schiereiland, bij de jeugd zeer populair
‘t Sluiswachtershuis Munnekemoer met een gevelsteen in top
Die komt van ‘t Groningse Waaggebouw, daar kijk je toch van op
Dat is de originele hoor, die is geleverd door een antiquair.

Molenrij (1)
Op een hoge kwelderwal ligt het plaatsje Molenrij
Er stonden vele molens hier, er kwamen steeds meer bij
Geleidelijk zijn ze afgebroken, toen restte er nog één
Die molen brandde af, doodzonde vond men algemeen
Maar door de naam Molenrij blijft het verleden dichtbij.

Molenrij (2)
In het Groningse Molenrij
Keek een boer bepaald niet blij
‘t Was sowieso een chagrijn van een man
Met ’t temperament van een snelkookpan
Hij was dan ook alweer jaren ‘vrij’!

Muntendam
Naar een dam in de Munte is Muntendam vernoemd
‘t Lag eeuwenlang geïsoleerd en was daarom niet beroemd
Maar toen men over ‘t Muntendammerdiep turf vervoeren kon
Kwam er bedrijvigheid in’t dorp, van fabriek tot kapsalon
Met die kapitale boerderijen werd de welstand niet verbloemd.

Mussel
Het dorpje Mussel, ooit een randveenontginningsnederzetting
Heeft veel kanaaltjes in de buurt met bootjes aan de ketting
Verder arbeidershuisjes, buurtjes, boerderijen en keuterijen
Het is aantrekkelijk wonen hier, ‘t gaat goed in die contreien
Ook zijn er drie kerken hier – toch een behoorlijke bezetting!

Musselkanaal
Na 1800 ontstaat een dorp als ‘t Stadskanaal wordt verlengd
De meningen hierover waren overigens nogal gemengd
Waar in het noorden ‘t agrarisch De Horsten ontstond
Kwam in het zuiden een flinke woonwijk van de grond
Maar het is het Stadskanaal dat het geheel tesamen brengt.

A B D E F G H J K L M N O P R S T U V W Z