●● Een herinnering aan Ome Loeks: dat waren de twee grote, logge, rode takelwagens van de Groningse brandweer in de 50er/60er jaren. Volgens mij waren het afgekeurde takelwagens van het Amerikaanse leger in Duitsland. Ik heb één van die twee Ome Loeksen ooit in actie gezien.
Dat was in 1957 toen ik leerling was van de Prinses Ireneschool aan de Korreweg. Ik zat in de zesde klas (tegenwoordig groep 8). Toen ik om kwart over acht op school kwam zag ik aan de overkant van het Van Starkenborghkanaal een grote groep medeleerlingen staan bij een Ome Loeks takelwagen.
Er stond een paard in het kanaal tot halverwege zijn buik in water. De brandweermannen waren bezig met een bootje, sommigen met een waadpak aan, het paard een soort harnas aan te doen. Inmiddels ging de schooltoeter en de helft van de kinderen ging hardlopend naar school. De rest bleef staan.
Wij trotseerden bewust de toeter: het paard was op dat moment veel belangrijker dan die school. Dit was een nooit eerder gezien schouwspel: griezelig spannend zo’n groot dier hulpeloos in het water te zien staan. Na ongeveer een kwartier was het harnas aangebracht en werd het paard omhoog getakeld.
Een raar gezicht om zo’n sloom, machteloos hangend, bijna als dood, paard te zien. Toen het op de wal werd gezet, zakte het van uitputting door de benen maar het kreeg van een van de brandweermannen een paar klappen met een eind touw waarop het ging staan. Diep onder de indruk gingen we naar school.
En daar stonden ze: meneer Gernaat, meneer Orsel en meneer Vet. De armen over elkaar en zwaar fronsend kijkend. Ze straalden heel duidelijk uit dat hier iets gebeurd was dat absoluut niet door de beugel kon! We kregen eerst een donderpreek en voor straf mochten we het speelkwartier niet naar buiten! Deze pedagogen hadden niet door dat we een existentiële ervaring hadden opgedaan waar we de rest van ons leven aan konden denken. Want zoiets vergeet je nooit weer!
Pas kort geleden las ik dat de Groningse brandweer al sinds 1914 beschikte over een zogenaamd Sincktoestel, een soort harnas dat gebruikt werd om te water geraakte paarden en koeien te redden. In de loop der jaren werden op die manier een paar honderd paarden en koeien uit het water getakeld. Vandaar misschien de naam Ome Loeks; de naam die voor Groningers met paarden verbonden is.
Suiker-Stroopfabriek W.A. Scholten
Die Starkenborgh-ervaring kwam mij later te pas toen ik leraar was op de Verrijn Stuart MEAO school aan de Turfsingel in Groningen. De Suiker-Stroopfabriek W.A. Scholten die schuin tegenover de school gelegen was, werd in die tijd afgebroken. Aangekondigd was dat dat op bepaalde dinsdagmiddag zou gebeuren. Om kwart voor drie heb ik de leerlingen mee naar buiten genomen om te kijken hoe de toren van het complex met dynamiet werd gesloopt.
Om drie uur knalden er eerst een paar voetzoekers, om de duiven die in de toren nestelden, te verjagen. Maar die fladderden allen maar wat rond en waren na een minuut weer teruggekeerd op het nest. Besloten werd de toren omver te halen. Een snerpend fluitje klonk. Er volgden een paar doffe explosies en langzaam helde de toren majestueus naar rechts om in een grote stofwolk neer te ploffen. ‘Toch zielig van die duiven meneer’, zei een van de meisjes. Ja, zielig – tegenwoordig noemen we dat ‘collateral damage’.