●● Er zijn naspeuringen gedaan wie die Ome Loeks uit het bekende liedje ‘Peerd van Ome Loeks’, het tweede Groninger Volkslied is geweest. Het meest waarschijnlijk (er is veel over nagedacht) was dat Lucas Broekmans; hij was een paardenvoerman.

●● Wie was Ome Loeks?
Het begrip ‘Peerd van Ome Loeks’ begint waarschijnlijk aan het Boterdiep in Groningen. Daar waren begin 20e eeuw verschillende transportbedrijfjes gevestigd waar tal van voerliedenknechts werkten. Velen reden steeds met hetzelfde paard en verzorgden dat ook. Ruig volk was het, maar met hart voor hun paarden. Eén van hen was Lucas Broekmans die Loeks Broekmans werd genoemd. Nooit getrouwd geweest – woonde hij bij zijn moeder in tot ze stierf in 1916 – daarna woonde hij bij zijn zuster en haar echtgenoot.

Loeks was meer nog dan zijn kornuiten verknocht aan zijn paard. Een fors uitgevallen beest. Bruin met gele manen. Graaf was de naam van het dier. Als Loeks de stal binnenkwam begon het onmiddellijk zijn oren te bewegen. In 1905 werd Graaf op zekere dag ziek. De veearts werd erbij gehaald maar die kon weinig uitrichten. Loeks week niet van de zijde van zijn paard. Hij voerde het dier zelfs zijn eigen brood. Het mocht niet baten: de volgende dag was het paard dood. Echt hailemoal dood.

Loeks was ontroostbaar en zocht steun bij zijn kameraden. Op de hoek van het Boterdiep en de Turfsingel stond toen de herberg ‘De Oude Stadsschuur’. Hij kwam daar binnen huilend als een kind en sprak volgens de overlevering de historische woorden: ‘Mien peerd is dood, guster wazze nog goud gezond, ‘k heb hom mien aign brood nog geevm en toch isse nou dood’.

Voerman J. Kuipers, bij wie Loeks Broekmans toentertijd in dienst was, wist het zich in 1951 – het was toen al een krasse oude baas, die zijn laatste levensjaren in het Pelstergasthuis sleet – allemaal nog te herinneren. Maar helaas ontbreken de harde bewijzen. Kuipers vertelde in de krant over een overlijdensadvertentie, die andere voermansknechten in een krant zouden hebben geplaatst na de dood van Graaf.

Ze hadden de advertentie laten ondertekenen met ‘Ome Loeks’. Maar niemand kon die advertentie tonen. Er werd in 1999 zelfs een artikel geplaatst in Het Nieuwsblad van het Noorden waarin een beloning van 250 gulden werd uitgeloofd aan degene die de advertentie kon vinden in de archieven. Dat leverde helaas ook niets op. Er zijn in de 50-er jaren meer mensen geweest, die Loeks Broekmans beschouwden als de echte Ome Loeks. Maar echt bewijs is nooit gevonden.

Het is daarom heel aannemelijk, dat het lied van Ome Loeks en zien Peerd al bestond en telkens weer in de belangstelling kwam wanneer er plotseling een paard dood ging. Het is bekend dat de Groningse versie voor het eerst rond 1900 in Groningen werd gezongen. Aangenomen wordt dat de tekst van ‘Peerd van Ome Loeks’ een ‘vergroningste vertaling’ is van een Duits studentenliedje met de tekst:

‘Wenn Schimmel in Leben ist gebleben
Haben s’ihm kein Fressen geben
Und nun er tot ist gebleben
Haben sie Schimmel Heu eingegeben’.

Peerd van Ome Loeks is dood

Peerd van Ome Loeks (met Ome Loeks) op het Stationsplein van Groningen

De melodie is die van het sinterklaasliedje ‘Daar wordt aan de deur geklopt’.
● Gelieve het lied aan te heffen met een langgerekt ‘Péééérd’.

Peerd van Ome Loeks is dood, Loeks is dood, Loeks is dood,
Peerd van Ome Loeks is dood, hartstikke dood.
Gustern nog goud gezond, sluig e mit zien steert in t rond.
Peerd van Ome Loeks is dood, hartstikke dood.

Peerd van Ome Loeks is dood, Loeks is dood, Loeks is dood,
Peerd van Ome Loeks is dood, hartstikke dood.
Haar ‘k hom moar vreten geven, din was e in levn blevn.
Peerd van Ome Loeks is dood, hartstikke dood.

Er is nog een lied dat eventueel in een ‘vergroningste vertaling’ zou kunnen bestaan. Dat is uit Rigoletto het lied ‘La donna è mobilé’. Een oude dame zong mij eens in het Gronings voor: ‘Hai loat zien snorre stoan’, ‘Hai loat zien snorre stoan’. Prachtig klonk het; ik zing het nog regelmatig. Maar de rest van de tekst kon ze me niet vertellen. Als iemand het weet mag zij of hij het zeggen. Graag zelfs. Die oude dame was trouwens mijn oma.

Bronnen
– Hein Bekenkamp – Alle witte helmen verzamelen bij Talamini.
– Hans Bekenkamp – De peerden van Ome Loeks in Groningen Toen 1984.
– Nieuwsblad van het Noorden 29 juli 1999.

NB. Het pand waarin de herberg De Stadsschuur gevestigd was (hoek Boterdiep en Turfsingel) bestaat nog steeds.